INTERVIEW VRIJMETSELARIJ | Chayah Godschalk-Visser en Wouter van Bodegraven

De Vrijmetselarij: bouwen aan jezelf

De Werkplaats van de Vrijmetselarij in Wageningen
De Werkplaats

 

Het is geen religie, de Vrijmetselarij. Maar een levensbeschouwing.

Of zoals een van onze gastheren het omschrijft: ‘een levensbeschouwelijke organisatie die ernaar streeft, door ontmoetingen en gesprekken met elkaar, zaken uit te diepen en een beter beeld te krijgen van zowel jezelf — want het is werken aan jezelf! — als van de maatschappij.’ Tijdens het gesprek legt hij uit wat dit in de praktijk betekent en dat zullen wij ook doen in dit artikel.

 

Het zaaltje waar we ontvangen worden heeft een hoog plafond in het monumentale gebouw aan de Niemeijerstraat in Wageningen. Een u-vorm van tafels beslaat het grootste deel van de ruimte. Je verwacht een koffiegeur als je binnenstapt. Maar die is nog niet gezet, want ze wisten niet wat we wilden drinken. Dat is maar goed ook, want met dit warme weer kiezen we allebei voor water. Onze gastheren, Youke Zijlstra en Kees Kalf, beide meesters in de orde, zijn vriendelijke mannen van boven de middelbare leeftijd.

 

Ze doen me denken aan mijn docenten van de middelbare school. Rustig, bedeesd, maar als ze beginnen met praten komt er een stroom aan kennis en wijsheid uit. Alsof ze echt weten waar ze het over hebben. Alsof ze het vaak hebben overpeinst. Het is niet het opdreunen van iets dat ze uit hun hoofd hebben geleerd of het napraten van anderen. Ze hebben het zich eigen gemaakt.

 

Bouwsteen leveren

Sterker nog, dat is precies wat de leden van de Vrijmetselarij hier doen. Zaken onderzoeken en daar met elkaar over in gesprek gaan. Ieder lid mag een ‘bouwsteen leveren’, waarvoor je een bepaald thema gaat onderzoeken. Op het gebied van intellect, karakter of wat je maar een belangrijk onderwerp vindt. Natuurlijk doe je research en vergroot je je kennis, maar je gaat vooral nadenken over hoe jij er in staat, hoe jij erover denkt, wat het jou oplevert. Het doel is om jezelf te ontwikkelen.

 

Als het tijd is om de bouwsteen te leveren, nemen de leden plaats rond de tafels. Aan de lange kanten de leerlingen, gezellen en meesters, aan het hoofd de meester redenaar, die de bijeenkomst leidt. Je geeft een soort presentatie van wat je hebt geleerd. Daarna mogen de anderen erop ingaan. Er wordt begonnen met complimenten over je verhaal en eventueel worden er vragen gesteld of andere meningen gedeeld. Het is niet de bedoeling om te discussiëren, maar opbouwende kritiek te leveren.

 

Bouwgildes

Opbouwende kritiek, een steentje bijdragen, een bouwsteen leveren. Het zijn geen woordgrapjes, maar verwijzingen naar de bouwgildes van weleer. De Vrijmetselarij vindt haar oorsprong in de Verlichting. In die tijd begon men het koppie te gebruiken, in plaats van klakkeloos aan te nemen wat de Katholieke Kerk voorschotelde, die dat op haar beurt niet kon waarderen.

 

Bij de bouw van kathedralen waren vaak intellectuelen betrokken, om bijvoorbeeld wiskundige metingen te doen. Deze ‘denkers’ vonden bescherming tegen de Kerk in de bouwgildes (lieden die hetzelfde vak beoefenden en die konden opklimmen van leerling naar gezel naar meester), waarmee ze samenwerkten. Maar ze beoefenden het vak niet, een voorwaarde om lid te mogen zijn. Dus om de gildes voor hen toegankelijk te maken, werd het in een ander jasje gestoken… de Vrijmetselarij, een levensbeschouwing.

 

Voor bescherming tegen de Kerk werd het een geheime orde. Moeilijk toe te treden. Gesloten. Dat imago heeft het nog steeds. Toegegeven, er zijn vier stadia die je moet doorlopen voordat je wordt toegelaten. Dit is om erachter te komen of je met de juiste insteek wil mee doen; of je echt wilt werken aan jezelf. Aan de ene kant komt het doordat de Katholieke Kerk mensen voor de Vrijmetselarij waarschuwde, aan de andere kant stelde de orde zich niet erg open. Dit is in de afgelopen twintig jaar wel veranderd.

 

De werkplaats

Dat is ook te merken aan onze gastvrije gastheren, die niet alleen elke vraag beantwoorden, maar ons ook een rondleiding geven in ‘de werkplaats’ waar de plechtigheden worden uitgevoerd. Bij speciale gelegenheden, bijvoorbeeld wanneer een leerling tot gezel wordt bevorderd (dit kan na een jaar lid-zijn en een goede beoordeling), wordt hier een ‘rituaal’ gevoerd. Dit is een soort toneelspel, waarbij een verhaal wordt uitgebeeld en iedereen serieus in zijn rol is.

 

Er zijn geen ramen onder het ronde plafond. Achter het spreekgestoelte voorin zit de Meester Redenaar, tijdens een rituaal de Achtbare Meester genoemd. Achterin staan twee driehoekige tafels voor de Opzieners. Lange banken staan langs de zijden, voor de leden. Daarboven zijn de dierenriemen te zien, die staan voor de kosmos.

 

De kaarsen in het midden heten Wijsheid (links), Kracht (rechts), die leiden naar Schoonheid (voor). Het ‘dambord’ symboliseert tegenstelling; licht en donker, goed en fout. De zuilen B en J staan voor Boas en Joachim uit de Bijbel. In een ruimte vol symbolen heeft alles een plek en een functie. Zoals wijzen naar boven, naar de zon. Het symbool van de verlichting, de wijsheid. Dat is immers het doel. Hier is, zoals geldt voor elk aspect in de Vrijmetselarij, goed over nagedacht.

 

Onenigheid

We staan nog even stil bij een tijdlijn met Vrijmetselarij-gerelateerde gebeurtenissen. Tussen de broeders ontstaat er een onenigheid over hoeveel tijd er tussen de funding fathers van Amerika en de pilgrims zat. Er vliegen wat argumenten over en weer, maar niemand wordt schadelijk geraakt. Het mondt uit tot een impasse; ze worden het niet eens en dat is oké. Op de vraag of dit is hoe zo’n bouwsteen-bijeenkomst eraan toe gaat, antwoorden ze grinnikend en in koor: “Ja, precies!”.

 

Lees ook: