HISTORISCHE STADSWANDELING ELBURG | © Chayah Godschalk-Visser
Panorama van Elburg uit 1639-1655 door Nicolaes van Geelkercken
Elburg, een goudmijn aan historie. Al bijna 750 jaar pronkt de Hanzestad met haar historische vesting. Haar eeuwenoude stadsmuren omsluiten meer dan 250 monumenten. Zelfs de kinderkopjes in de straten van Elburg zijn historisch. Dat maakt de vestingstad zelf tot één groot monument.
Stadswandeling door historisch Elburg
Duur: 30-45 minuten
Lengte: 1,5 km
Onze wandeling begint op het ronde pleintje naast de parkeerplaats Het Schootsveld (Zwolscheweg 8081 CG Elburg). Het pleintje ligt in de bocht van de Zwolseweg, tussen de Jumbo, Het Schootsveld, de bushalte en de gracht in.
Het Schootsveld in Elburg, startpunt van onze stadswandeling
De oorsprong van Elburg ligt in een kleine nederzetting Thornspicc aan de voormalige Zuiderzee. De nederzetting was opgebouwd rondom een enkele hoofdweg, de Ellestraat. Graaf Otto II van Gelre verleende de nederzetting in de 13e eeuw stadsrechten, waardoor Elborch een stad werd. Maar die stadsrechten werden in 1312 ingetrokken, graaf Otto II zou niet bevoegd zijn geweest om de rechten te verlenen. Gelukkig gaf de toenmalige graaf Reinoud I van Gelre de stadsrechten direct weer terug.
Midden op het ronde pleintje zie je een rechthoekig patroon in de tegels, en dat is niet voor niets.
Elburg is een van de weinige steden die letterlijk ontworpen is. Vanwege overstromingsgevaar droeg hertog Willem van Gulik in de 14e eeuw op om de stad Elborch te verplaatsen naar een meer strategische ligging. Penningmeester Arent thoe Boecop maakte een ontwerp met rechthoekige stadsmuren en rechte straten. Vanaf 1392 bouwden de inwoners vier jaar lang aan de nieuwe stad, een paar meter opgeschoven van de originele Ellestraat, die er overigens nog ligt. En zo is Elburg een rechthoekige stad geworden. Daarnaast is Elburg één van de weinige middeleeuwse steden waarvan de kerk niet in het midden staat, de ontwerper was deze vergeten in zijn model.
We steken de gracht over en op de Jufferenstraat wandelen we het tweede straatje rechts in, de Zuiderwalstraat. Het eerste huisje aan de rechterkant is een muurhuisje.
Dit huisje uit 1839 is een van de vele muurhuisjes in Elburg die in de vroege 19e eeuw werden gebouwd. De stadsmuren werden in die tijd niet meer gebruikt als verdediging en de bevolking van Elburg was verdriedubbeld sinds de stichting van de stad in 1312. Om al die mensen te huisvesten werden deze huisjes tegen de stadsmuren gebouwd. Hier woonden de allerarmsten van Elburg, soms met grote families in één huisje. Ze leefden onder moeilijke omstandigheden, zonder licht, stromend water of een toilet. Water haalden ze bij de waterpomp en de 'Karreman' haalde tweewekelijks hun 'kakdoos' op, die als toilet werd gebruikt.
In het eerste huisje kun je vrij naar binnen kijken, want dat is in beheer van door Museum Elburg. Het is ingericht in ouderwetse stijl om een idee te geven van hoe het leven toen was. De andere huisjes zijn eigendom van particulieren, die prijs stellen op hun privacy.
We volgen de Zuiderwalstraat verder tot halverwege.
Aan de linkerkant staat Museum Sjoel over de joodse geschiedenis. Willem van Norel schreef hier het boek Joods leven in Elburg (aff.) over, dat werd geïnspireerd door dr. Jules Schelvis, die zeven concentratiekampen overleefde.
We wandelen verder naar het einde van de Zuiderwalstraat, waar de Sint Nicolaaskerk staat. Via de tuin kun je naar de ingang aan de Zuiderkerkstraat wandelen.
Toen de stad Elburg werd verplaatst, was er nog geen toestemming gegeven om een kerk te bouwen. Die toestemming kwam een jaar later in 1397, maar er was geen plek meer in het midden van de stad. Daarom kreeg de Sint Nicolaaskerk een plek in de hoek van Elburg. Omdat de meeste steden in die tijd rondom de kerk werden gebouwd is Elburg één van de weinige middeleeuwse steden die de kerk niet in het midden heeft staan.
Sint Nicolaas was de beschermheilige van de vissers. De Sint Nicolaaskerk was dan ook van origine katholiek. Maar in de 16e eeuw (1556) waaide de Reformatie door het land. In Elburg werd de beeldenstorm vanuit deze kerk afgeroepen, waarbij meerdere katholieke gebouwen werden vernield. Sindsdien is de Sint Nicolaaskerk gereformeerd.
De Sint Nicolaaskerk mist zijn toren, deze is in 1693 bij een blikseminslag afgebrand en nooit meer opgebouwd. Maar dat kwam in de 20e eeuw wel goed uit. Vlak voor de Tweede Wereldoorlog werd er vanaf de toren het luchtruim in de gaten gehouden. De luchtwachters ontvingen voor hun werk achttien gulden per week en vrijstelling van de militaire dienst.
We wandelen de Zuiderkerkstraat in. Na het eerste huis aan de rechterhand zit een poortje met de tekst 'anno 1650'. Dit poortje leidt naar het Weduwenhofje.
In 1549 werd er door de kerk een aantal huisjes gebouwd voor Elburgse weduwen die geen eigen woning konden betalen. De huisjes werden in 1650 verbouwd, waaruit ook de huidige poort stamt. Er woonden tien weduwen in vijf kamers. De weduwen werden ondersteund door de kerkelijke stichting, zo werden ze voorzien van onderdak, voedsel en brandstof. Alles wat de weduwen zelf bezaten, ging naar de stichting.
Als je je omdraait zie je aan de overkant een Theekoepeltje.
Dit Theekoepeltje stond oorspronkelijk buiten de stadsmuren van Elburg. Rijke mensen dronken hier thee uit Indië om te pronken met hun welvaart.
Onze wandeling vervolgt zich over de Zuiderkerkstraat tot aan de Jufferenstraat waar we linksaf slaan. Daar zie je aan de rechterkant het Sint Agnietenklooster.
De zusters van st. Agnes leefden volgens derde regel van sint Franciscus van Assisi, beschermheilige van de dieren. In de gevel ziet u een kruis van nestelstenen voor vogels, dat hiernaar verwijst. Daarnaast was sint Franciscus de beschermheilige van de armen. De zusters van st. Agnes leefden in stilte, ze baden voor de zieken en... brouwden bier in de kelder. De Reformatie betekende het einde van het klooster en de nonnen. Tegenwoordig zit het Museum Elburg in het gebouw.
Aan de linkerkant van het Sint Agnietenklooster wandelen we de Zuiderwalstraat in, tot de poortdeuren aan de rechterkant met het bordje 'kloostertuin' erboven. Als de deur openstaat, ben je welkom om hier naar binnen te gaan.
De kloostertuin vanuit Museum Elburg
Dit is de kloostertuin van het sint Agnietenklooster. De nonnen onderhielden hier onder meer een kruidentuin. Nu sta je aan de andere kant van het Museum Elburg en kun je de dubbelkapel daarbinnen goed zien. In het bovenste deel zaten de nonnen die in afzondering leefden, in de onderste kapel bezocht het gewone volk de mis.
We vervolgen onze wandeling over de Zuiderwalstraat naar de Bloemstraat, waar we rechtsaf slaan tot aan de Ledige Stede. Het eerste gebouw aan de linkerkant is het Feithenhof.
Het Feithenhof is in 1740 gesticht als rusthuis voor arme Gereformeerde bejaarden, uit de nalatenschap van Maria Catharina Feith (1664-1740). Voorwaarde voor een woning in het Feithenhof was in Elburg geboren was of er minstens 15 jaar woonde. In haar testament bepaalde Maria Catharina Feith tot in detail over de gang van zaken binnen het Feithenhof. Zo zouden er Bijbellezingen en gezamenlijke maaltijden zijn, achtte men zich vroom te gedragen en 's avonds op tijd binnen te zijn. Al was het een rusthuis, Maria Catharina Feith wenste dat men zoveel mogelijk werk bleef verzetten. Sinds 1965 is het Feithenhof een rijksmonument. Tegenwoordig biedt het ruimte aan 16 seniorenwoningen voor zelfstandig wonende ouderen, maar ook jongeren kunnen aanspraak maken op een woning.
We wandelen terug en slaan op de Bloemstraat rechtsaf.
Voor de huizen aan de linkerkant zie je keitjesstoepen met verschillende afbeeldingen. Deze keitjesstoepen liggen door heel de vesting Elburg en aan de afbeeldingen kon je de huiseigenaar herkennen, bijvoorbeeld door het beroep dat hij deed.
Tussen de huisnummers 26 en 28 zit een kleine opening. Vroeger toen de huizen nog van hout werden gebouwd was het een voorschrift om ze zover uit elkaar te bouwen dat eventuele branden niet over konden slaan.
We blijven op de Bloemstraat tot aan de Bloemsteeg, die we zo links in wandelen. Maar eerst zien we op de rechterhoek van de Bloemsteeg de voormalige smederij.
In deze voormalige smederij werd vroeger het vee uit de openbare weide buiten de stadsmuur van Elburg gebrandmerkt. Zie ook de keitjesstoep met het aambeeld. Op de muur is een metselsierwerk te zien, dat is de meesterproef van een gezel uit de smederij. Omdat hij vond dat hij oneerlijk werd behandeld, plaatste hij de tekst 'Wie hier Coemt om te Besien, So Hi Mi Gunt zal hem geschien'. Misschien kun je ontcijferen wat dat betekent.
Links van de voormalige smederij wandelen we nu de Bloemsteeg in en vervolgens op de Westerwalstraat rechtsaf, tot aan de Beekstraat net na de gracht. Links stond vroeger de
Goorpoort.
De Goorpoort van Elburg in 1607 door Jacobus Stellingwerff
De Goorpoort was één van de vier toegangspoorten van Elburg. Het witte huisje aan de rechterkant was vroeger van de poortwachter. Het muurhuisje staat tegen de stadsmuur. Als je erlangs loopt zie je hoe ondiep het huisje is.
Wat verder buiten de stadsmuur, zie je rechts rondelen met schietgaten erin. Ook de verschillende lagen van de bouw van de stadsmuur zijn hier goed te zien. Omdat de muren wel hoog maar niet erg dik waren, boden ze Elburg geen bescherming tegen eventuele Spaanse kanonsaanvallen in de 16e eeuw. Daarom gaf Willem van Oranje opdracht om aarden wallen rondom de stadsmuur op te werpen. Daar omheen kwam nog een gracht om de kanonnen zover mogelijk bij de stad vandaan te houden.
In de aarden wallen kwamen bunkers, de Kazematten, waar vanuit kon worden geschoten. Een voorbeeld hiervan vind je verderop aan de linkerkant van de Beekstraat. De Kazematten werden ook wel ‘moordkuylen’ genoemd en boden opslag aan kanonnen en buskruit.
We wandelen over de Beekstraat terug en slaan het eerste straatje (met de bloemenzee) links in, de Westerwalstraat. Links zie je een aantal voormalige arbeidershuisjes.
Westerwalstraat in Elburg
Op de Rozemarijnsteeg slaan we rechtsaf en wandelen tot aan de Smedestraat. Rechts op het hoekje staat museumsmederij de Hoefhamer.
Deze smederij is 400 jaar oud en nog steeds in gebruik. Als je binnen het vuur ziet branden ben je welkom om even binnen te kijken. Een van de vrijwilligers van de Stichting Elburger Smederij wil je graag over de smederij vertellen.
Op de Smedestraat gaan we linksaf tot aan de Ellestraat.
Voor de stadsverplaatsing lag de oude nederzetting rond één straat en... die ligt er nog steeds. De Ellestraat is hierdoor de oudste straat van Elburg en de enige straat die niet recht loopt. Door de stadsverplaatsing valt een deel van de Ellestraat nu buiten de stadsmuren van Elburg.
Op de Ellestraat gaan we linksaf, waar je aan de rechterkant de kruidentuin kunt bekijken. Vervolgens slaan we op de Westerwalstraat rechts. Daar lopen we tegen de touwbaan aan. Dit is de oudste nog werkende touwbaan.
Rechts wandelen we over de Noorderwalstraat langs de stadsmuur tot aan de Vischpoort.
De Vischpoort van Elburg was van origine een dichte verdedigingstoren, de Visscherstoren. In 1592 werd de toren opgemaakt en kwam er doorgang in. Naast de poort is een runenteken ingemetseld die bescherming moest bieden tegen blikseminslag.
Het kustlicht is sinds 1731 een belangrijk oriëntatiepunt voor vissers en schippers op het water. In die tijd was de Afsluitdijk er nog niet en lag Elburg aan de zee. Elburg was een Hanzestad en dat wordt in 1367 als eerst vermeld. De Hanze is een samenwerkingsverband tussen verschillende steden rond de Noordzee en Oostzee. Zo had Elburg een eigen handelspost op Skåne in Zweden, waar Elburger schippers zoutwatervis verkochten. Vervolgens namen zij haring, hout en huiden mee terug.
Maar de Afsluitdijk van 1913 bracht de zoutwatervisserij aan het wankelen. Er kwam geen zout water meer in deze wateren, en vele Elburger vissers konden hun werk niet meer doen. De inpoldering van Flevoland in 1956 sloot Elburg definitief af van de zee, wat het einde betekende voor de visserij in Elburg.
De haven van Elburg is de moeite waard om te bekijken, helemaal aan het einde staat de scheepswerf die ook van binnen te bezichtigen is.
Onze wandeling vervolgt zich over de keien van de Vischpoortstraat, waar we bij de Ellestraat rechts afslaan. Halverwege de Ellestraat zie je op de muur van nummer 39 een hoen staan.
Deze hoen herinnert aan de tijd dat de pacht van de grond één hoen per jaar kostte. Dit gold alleen voor Ellestraat.
Rechts van de hoen wandelen we de Ketelsteeg in. De Ketelsteeg is de smalste steeg van Elburg. Aan het einde gaan we links om direct weer rechtsaf te slaan. Hier staat aan de rechterkant het Gruithuis.
Het Gruithuis was de opslagplaats voor gruit, een bestandsdeel voor bier. De bierbrouwer van Elburger bier is erg bekend in de omgeving. Het gebouw is even een stadsboerderij geweest, waarna het in beheer kwam van de oudheidkundige vereniging Arent Thoe Boecop. Vernoemd naar de penningmeester van Willem van Gulik die het stadsplan voor Elburg heeft ontworpen.
We wandelen het straatje uit tot aan de Smeesteeg. Hier kun je aan beide uitersten van de Smeesteeg rondeelhuisjes zien. Op de Smeesteeg gaan we links en op de Vischpoortstraat rechts, tot aan de Vischmarkt in het midden van de grachten. Dit is het Middenplein.
Hier midden op het stadsplein van Elburg, de Myddelbroche, werden er vroeger strafvonnissen opgelezen en vaak ter plekke uitgevoerd. Het was indertijd gebruikelijk om straffen publiekelijk uit te voeren. Daarbij werden ook zware lijfstraffen niet geschuwd, zoals marteling, radbraking en onthoofding. Ook heeft hier heeft tot 1805 een schandpaal gestaan.
Dit is het einde van onze stadswandeling. Als je rechtdoor over de Vischpoortstraat loopt, kom je weer uit bij parkeerplaats Het Schootveld. Wil je meer van de historie van de vesting Elburg zien, dan is een stadsgids van harte aanbevolen.
Is er archeologisch bewijs voor het Boek van Mormon?
Wandeling langs de historie van de Sint Jansbeek (Zypendaal-Sonsbeek)
Gerhard (dinsdag, 28 december 2021 19:40)
Wat een mooie wandeling door historisch elburg, leuk om te zien dat er nog zoveel in takt is gebleven.
Bedankt voor de heldere beschrijving!