ARCHIEFONDERZOEK IJSKELDER SONSBEEK | Chayah Godschalk-Visser
Op 21 juni 2009 werd een
gerestaureerde historische ijskelder op de Engelse Berg in Sonsbeek heropend. Het monument is minstens tweehonderd jaar oud en van grote cultuurhistorische waarde. Maar een vergissing leidde
ertoe dat er een verkeerde naam op de eerst gelegde steen van de ijskelder staat. Hoe kwam dat?
De ijskelder is de voorloper van de moderne koelkast. Een ijskelder is eigenlijk een ondergrondse put waarin 6 kuub ijs werd gekoeld.
Voor de bouw van de ijskelder in Sonsbeek werd een beekje uit een natuurlijke bron, uitgegraven. Hierdoor ontstond de Koude Vijver. Met het uitgegraven zand werd een heuvel opgeworpen voor de ondergrondse ijskelder. Voorzien van een luchtsluis en ventilatiegaten bleef het ijs de hele zomer goed.
’s Winters moesten er blokken ijs uit de bevroren Koude Vijver worden gehakt. Dit was een klus voor de hovenier(sknechten). Het ijs werd in de ijkelder gestort met stro tussen elke laag, waardoor het niet als een grote klomp bevroor. Zo werd het ijs uitgehakt en naar de villa gebracht. Het smeltwater liep via de bodem van de ijskelder weer terug naar de vijver.
Het unieke aan de ijskelder in Sonsbeek is dat de muren schuin naar buiten lopen, terwijl de meeste Nederlandse ijskelders met rechte muren werden gebouwd. Dit is erg inventief, want wanneer ijs smelt, zet het uit en daardoor kunnen de muren van de ijskelder beschadigd raken. Door de trechtervorm van de ijskelder in Sonsbeek stuwt het ijs omhoog, in plaats van tegen de muren.
Opvallend is dat voor de afmetingen de Rijnlandse roede is gekozen. Hieruit kan opgemaakt worden dat deze ijskelder door een tuinarchitect is ontworpen en niet door een bouwkundige, die de el, de Amsterdamse voet of Amsterdamse duim zou hanteren.
Het is (nog) niet bekend wanneer de ijskelder werd gebouwd en dus door wie. Lange tijd ging men ervan uit dat het Baron de Smeth was, die de ijskelder in 1812 zou hebben gebouwd.
In 1806 kocht Theodorus Baron de Smeth het toenmalige landgoed Sonsbeek op, in 1808 volgde de aankoop van landgoed Hartgersberg. Hij voegde beide samen onder de naam Sonsbeek en ging wonen in huis Hartgersberg, dat vanaf nu huis Sonsbeek ging heten. Voor ons is dit huis beter bekend als de Witte Villa op de berg. Om van zijn favoriete -gekoelde- witte wijntje te genieten en om etenswaren te bewaren, maakte hij gebruik van deze ijskelder.
In 1821 werd het landgoed Sonsbeek verkocht aan Baron van Heeckeren en sindsdien was ook de ijskelder niet meer in handen van de familie De Smeth.1
Op 12 november 2008 legde Jan Anne Baron de Smeth, een nazaat van Theodorus, de eerste steen voor de restauratie van de ijskelder. Nieuw onderzoek toont echter aan dat de ijskelder al een eigenaar voor De Smeth heeft gekend, namelijk Sebastiaan Cornelis Nederburgh, die het toenmalige landgoed Sonsbeek vanaf 1798 in handen had. C.M. Kooi vond in het Nationaal Archief een kasboek met aantekeningen over reparaties aan de ijskelder uit 1801.2
Dit zou betekenen dat de ijskelder niet door Baron de Smeth is gebouwd en de eerste steenlegging door zijn afstammeling onterecht is. Daarover zegt C.M. Kooi het volgende: “Het is een beetje jammer voor de afstammelingen van Baron de Smeth dat die eerste steen niet terecht is. Maar laten we blij zijn met deze kleine vergissing, zo hebben we tenslotte een gedenksteen voor Theodorus Baron de Smeth in het park. Hij was immers de man die twee landgoederen samenvoegde tot Sonsbeek en dat is een zeer gedenkwaardige daad.”3
In een aanvankelijk onderzoek van Diender en Morsink stelden zij dat de ijskelder in 1817 al is ingestort.4 Maar de locatie werd tot in ieder geval 1921 op plattegronden getekend. De ijskelder heeft het dus nog een eeuw langer uitgehouden. Al zou men dat gegeven ook enkel uit een foto van 1915 kunnen halen.
Deze foto is gemaakt door J. Raeinaekers. Hierop is de ingang goed te zien, evenals een hutje met rieten dak bovenop de ijskelder. Dan bestaat de mogelijkheid ook nog dat de ijskelder daadwerkelijk is ingestort in 1817, maar weer is herbouwd, waarvan er (nog) geen stukken bekend zijn. Gelukkig bestaat er over de definitieve ondergang van de ijskelder in Sonsbeek meer duidelijkheid.
In 1899 wordt Sonsbeek eigendom van de gemeente Arnhem en wordt het als openbaar park opengesteld. Wanneer een nieuwe pachter, P.H. Minderman, in 1900 het huis Sonsbeek als hotelpension wil betrekken, wordt er nog voor 150 gulden aan reparaties door de gemeente bekostigd.5
In 1918 laat de weduwe van Minderman aan de burgemeester weten dat ze de ijskelder niet meer gebruikt, het ijs smelt erg snel en ze haalt nu haar ijs eenvoudig bij de ijsfabriek. De gemeente besluit daarop de ijskelder in 1919 te slopen en het fundament dicht te gooien.
Het zou nog 80 jaar duren voordat de fundamenten van de ijskelder in Park Sonsbeek werden 'herontdekt'. Herontdekt staat tussen aanhalingstekens, want de ijskelder is nooit echt zoek geweest. Hoewel de ijskelder begin 20e eeuw was afgebroken en de funderingen begraven, bleef het luik van de ijskelder op de Engelse Berg in Sonsbeek zichtbaar. Hierdoor was de locatie altijd al bekend. Het uitgraven van de ijskelder zou veel geld kosten, dus werd er eigenlijk niets mee gedaan. Tot de Vereniging Vrienden van Sonsbeek het initiatief nam om de ijskelder te renoveren en hiervoor fondsen wierf. Nu is de ijskelder volledig hersteld en te bezoeken onder leiding van een gids.
Wat is er met het Gulden Spijcker op het eiland in Sonsbeek gebeurd?
Het Zilveren Spijker in Arnhem - heeft recent onderzoek de locatie onthuld?
Hoe is de Syp ontwikkeld tot Kasteel Zypendaal?
Wandeling langs de historie van de Sint-Jansbeek (Sonsbeek-Zypendaal)
Hoe is Park Sonsbeek ontstaan?
De vrouw die het opnam tegen Keizer Karel V
1 Gelders Archief, Landgoed Sonsbeek, inv. nr. 90
2 Nationaal Archief, Collectie Nederburgh
3 Arnhem Historisch Tijdschrift, 2013
4 Diender en Morsink 2005, De ijskelder van Baron de Smeth
5 Gelders Archief, Verslag van de toestand der gemeente Arnhem over het jaar 1900, 57